Oren wassen of voeten wassen?
Op de avond dat Jezus het avondmaal instelt tot Zijn gedachtenis wast Hij de voeten van Zijn discipelen en spoort Hij ze aan Hem ook daarin te volgen. Is iemand de voeten wassen hetzelfde als iemand de oren wassen?
Zoek je mee naar de schatten in dit gedeelte uit het woord:
Johannes 13:1 En vóór het feest van het Pascha, toen Jezus wist dat Zijn uur gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader, heeft Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde. 2. Toen dan de maaltijd plaatsvond en de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in het hart gegeven had Hem te verraden, 3. stond Jezus, Die wist dat de Vader Hem alle dingen in handen gegeven had en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heen ging, 4. op van de maaltijd, legde Zijn kleren af, nam een linnen doek en deed die om Zijn middel. 5. Daarna goot Hij water in de waskom en begon de voeten van de discipelen te wassen en af te drogen met de linnen doek die Hij om Zijn middel had. 6. Zo kwam Hij bij Simon Petrus en die zei tegen Hem: Heere, wilt Ú mij de voeten wassen? 7. Jezus antwoordde en zei tegen hem: Wat Ik doe, weet u nu niet, maar u zult het later inzien. 8. Petrus zei tegen Hem: U zult mijn voeten in der eeuwigheid niet wassen! Jezus antwoordde hem: Als Ik u niet was, hebt u geen deel met Mij. 9. Simon Petrus zei tegen Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd. 10. Jezus zei tegen hem: Wie gebaad heeft, heeft slechts nodig dat zijn voeten worden gewassen, want hij is al geheel rein. En u bent rein, maar niet allen. 11. Want Hij wist wie Hem verraden zou; daarom zei Hij: U bent niet allen rein. 12. Toen Hij dan hun voeten gewassen had en Zijn kleren weer had aangedaan, ging Hij weer aanliggen en zei tegen hen: Ziet u in wat Ik aan u gedaan heb? 13. U noemt Mij Meester en Heere, en u zegt het terecht, want Ik ben het. 14. Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen. 15. Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan. 16. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Een dienaar is niet meer dan zijn heer, en een gezant niet meer dan hij die hem gezonden heeft. 17. Als u deze dingen weet, zalig bent u als u ze doet. 18. Ik zeg dit niet van u allen; Ik weet wie Ik uitverkoren heb. Maar de Schrift moet vervuld worden: Wie Mijn brood eet, heeft zich tegen Mij gekeerd. 19. Nu al zeg Ik het u voordat het gebeurt, opdat wanneer het gebeurt, u zult geloven dat Ik het ben. 20. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand hem ontvangt die Ik zal zenden, ontvangt hij Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem Die Mij gezonden heeft.
Op de avond voor het feest van het Pascha komt Jezus met zijn discipelen samen om de maaltijd te gebruiken. Het is de avond waarop de joden gedenken hoe God ze bevrijd heeft uit de slavernij van Egypte. Het is een avond waarop men met elkaar herdenkt hoe het bloed van het lam hen gered heeft van het onheil. Je kunt deze geschiedenis lezen in Exodus 12. Het is de avond waarop men het vlees van het geslachte lam deelde met elkaar. Er werden ongegiste broden gegeten en wijn gedronken. Alle elementen hebben een betekenis in het vertellen van het verhaal. In Mattheüs, Markus en Lucas kunnen we lezen hoe Jezus op deze avond het avondmaal instelt. Op een avond als deze, waarop men de grote daden van God voor Zijn volk met elkaar deelde maakt Jezus de profetische betekenis van de dingen duidelijk aan de discipelen. Hij is het lam dat geslacht zal worden. De tijd is nabijgekomen dat Hij Zijn leven zal geven als een eeuwigdurend offer. Johannes besteedt een paar hoofdstukken aan deze avond. Een van de onderwerpen die hij beschrijft is de voetwassing door Jezus.
Op deze avond legt Jezus Zijn kleren af, doet een linnen doek om en giet water in de waskom om de discipelen de voeten te wassen. Er werd in die tijd en in die omgeving vaak een waskom neergezet door de gastheer zodat zijn gasten hun voeten konden wassen. Je kunt dat op meerdere plekken lezen in de bijbel. Dat voetwassen kon ook door een slaaf worden gedaan. De avond waarop ze gedenken dat ze nooit meer als slaven hoeven te leven pakt Jezus – die weet dat Hem alle dingen in handen gegeven zijn, die van God uit is gegaan en tot Hem zal terugkeren (vs 3) – een slavenklusje op. Jezus laat zien dat Hij gekomen is om te dienen. Hij is de dienende Koning. Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Tegelijk laat Hij hiermee ook zien wat échte vrijheid is. Dat is de vrijheid die niemand je kan afnemen. De vrijheid die van binnenuit komt. De vrijheid die je voelt als je bij Jezus hoort of zoals in vers 8 staat ‘deel hebt aan Hem.’ De vrijheid om te kiezen voor Hem of, zoals Judas Iskariot, te kiezen voor wat de duivel je in je hart geeft. Welke keuze maak jij?
De heilige verontwaardiging van Petrus als Jezus bij hem aan komt doet denken aan de doop van Jezus door Johannes. Daar zegt Johannes de doper: ‘Ik heb het nodig door U gedoopt te worden, en komt U naar mij?’ (Mattheus 3:14) Het antwoord van Jezus hierop is: ‘Laat het nu gebeuren, want op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen.’ De gerechtigheid van God is dat wij, in de dood van Jezus, sterven aan onze oude menselijke natuur en, in Zijn opstanding, met hem opstaan in een goddelijk leven. Dat is een gerechtigheid die niet van deze wereld is. Dat is wereldvreemd! Die gerechtigheid gedenken we bij het avondmaal als we het brood en de wijn nemen. Door Zijn bloed zijn wij gereinigd en hoeven wij alleen nog onze voeten te wassen. De waarheid is dat we door Jezus rein zijn geworden. Dat blijkt alleen niet altijd uit de wegen die we gaan of de stappen die we zetten. Die momenten dat God nog niet tot Zijn recht komt in ons. Dat is het vuil dat we van onze voeten mogen wassen, de dagelijkse stappen van bekering.
Als Jezus weer plaats neemt, legt Hij aan Zijn discipelen uit wat Hij gedaan heeft. Hij heeft een voorbeeld gesteld. Hij roept ons op om Hem na te volgen. Maar willen we dat wel? De genade die we gedenken met het avondmaal ontvangen we graag. Maar willen we ook genade betonen? Merk op dat Jezus óók de voeten wast van degene die Hem zal verraden, wiens hart niet rein is. Willen we Jezus ook daarin volgen dat we onze vijanden liefhebben? Dat we het niet kúnnen is duidelijk. Dat zie je om je heen maar als ik eerlijk ben, zie ik dat ook in mijn eigen leven. Jarenlang was ik verblind voor mijn eigen krachteloosheid en vond ik dat offer van Jezus eigenlijk een beetje te veel van het goede voor mij. Ik vond mezelf zo slecht nog niet. Tot ik begreep dat God een hartenjager is en mijn hart volledig voor Zichzelf wil. Hij wil mijn hart niet delen met andere ‘goden’. Ik vergeleek mezelf met andere mensen en vond dan dat ik er nog niet zo slecht af kwam. Maar dat is niet het plan van God, dat je een beter mens wordt dan andere mensen. Het plan van God is dat je op Jezus gaat lijken, dat de relatie met Hem weer hersteld wordt! Toen ik kon zien dat ik niet tot mijn doel kwam zoals God mij bedoeld had, kon ik ook zien dat anderen niet tot hun doel kwamen zoals God hen bedoeld had. De ene zonde is niet groter of kleiner dan de andere. Zo kon ik de ander liefhebben en vergeven. Jezus had dat deel van mijn hart gereinigd. Ik kwam weer een stukje meer tot mijn doel.
Jezus vraagt ons niet om elkaar ‘de oren te wassen’, zoals het spreekwoord zegt, maar de voeten. Iemand de oren wassen is hem op pijnlijke wijze zeggen wat hij fout doet. Je veroordeelt hem of haar. Niet met het doel om hem ervan te laten groeien maar met het doel hem een kopje kleiner te maken. Iemand de voeten wassen is de ander liefhebben met de liefde van Jezus. Paulus zegt in Romeinen 3:23: Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God. Daarmee zet hij iedereen op één lijn ten opzichte van God. Wij hebben allemaal Jezus nodig om die heerlijkheid, die grootsheid, die goddelijkheid uit te stralen. Als je uit die Bron put kun je de ander best de weg wijzen, zijn voeten wassen. Het is niet wijs om alles maar met de mantel der liefde te bedekken. Jezus deed dat ook niet. Wat zwart is, is niet wit. Behandel de ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Wat ben ik blij geweest met het moment dat iemand mij wees op het feit dat ik God niet écht op de eerste plaats had staan en door middel van hem de Heilige Geest tot mijn hart sprak. Ik zou zomaar boos kunnen zijn geworden en hij kon mijn vriendschap verliezen. Dat is zelfopofferende liefde. Een ander moment was toen ik wat aan het mopperen was en mijn dochter mij wees op het feit dat ik gericht was op de dingen van de aarde en niet op de dingen van Boven. Dat was Hemelse wijsheid. Die dingen zeg je niet als je het nodig hebt dat de ander je aardig vindt. Die dingen zeg je als je de ander zo liefhebt dat je er zelfs je relatie met die ander voor op het spel zet. Maar: Wie denkt te staan laat hij oppassen dat hij niet valt, zegt Paulus in 1 Korinthe 10:12. Laat het reinigen van het hart aan Jezus over, Hij is de Redder. Wij hoeven alleen, in dienende liefde, elkaar de voeten te wassen. De dienaar is niet meer dan zijn Meester.