Eindelijk kerst?!
Toen ik de diagnose borstkanker kreeg had ik de neiging om op onderzoek uit te gaan. Na een dag speuren op internet werd het alleen maar donkerder om mij heen. Ik werd er misselijk van. Tot ik het besluit nam om mij niet langer te richten op de ziekte maar op Jezus en Wie Hij voor mij wilde zijn in deze situatie. Hij werd het Licht in mijn duisternis.
Zoek je mee naar de schatten in dit gedeelte van het Woord?
Jesaja 8:23 Voorzeker, er zal geen donkerheid blijven voor het land waarin benauwdheid is.
Zoals Hij in vroeger tijd
minachting heeft gebracht
over het land van Zebulon
en over het land van Naftali,
zo zal Hij in later tijd eer bewijzen
aan de Weg van de zee,
de overkant van de Jordaan,
het Galilea waar de heidenvolken wonen.
Jesaja 9:1 Het volk dat in duisternis wandelt,
zal een groot licht zien.
Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood,
over hen zal een licht schijnen.
2. U hebt dit volk talrijk gemaakt;
hebt U niet de blijdschap groot gemaakt?
Zij zullen blij zijn voor Uw aangezicht,
zoals men zich verblijdt bij de oogst,
zoals men zich verheugt
wanneer men de buit verdeelt.
3. Want het juk van hun last,
de stok op hun schouders,
en de knuppel van hun slavendrijver
hebt U verbroken als eens op Midiansdag.
4. Ja, elke laars,
stampend met gedreun,
iedere soldatenmantel,
gewenteld in bloed,
zal verbrand worden,
voedsel voor het vuur.
We keken met elkaar zo uit naar kerst dit jaar. Even alle duisternis van ziekte, verlies, dood en onvoorspelbaarheid achter ons laten. Al vroeg in november verschenen de lichtjes in en om de huizen in Nederland. We verlangden zo naar licht in onze duisternis.
En toen kwam de lockdown… Plannen vielen in duigen, hoop vervloog, ondernemers moesten hun winkels sluiten, mensen moesten in quarantaine, de scholen werden gesloten. Sommigen kwamen in verzet, anderen legden zich er gelaten bij neer. Mensen kwamen tegen over elkaar te staan. En ieder was wijs in zijn eigen ogen. (spreuken 3:7a)
Hoe vaak in de geschiedenis van de mensheid hebben mensen al verlangd naar licht in hun duisternis? Even googlen op pandemieën brengt resultaten op als pest, pokken, cholera, griep en ga zo nog maar even door. Om nog maar niet te spreken over oorlogen, hongersnoden, natuurrampen en allerlei andere crisissen die je kunt bedenken. Groot leed, maar vaak ook klein leed, doet ons verlangen naar licht.
Zoals Prediker zegt in hoofdstuk 1:9: Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon.
De ellende begon al bij de eerste mens, Adam. Ondanks zijn wandelen met God, ging hij geloven in de leugens en verleidingen van de satan. Ineens was die boom van kennis van goed en kwaad een lust voor het oog en ‘begerenswaardig om er verstandig door te worden’ (Genesis 3:6). Ze zouden niet sterven! Ze zouden zelf als goden zijn! En de rest is geschiedenis zou ik haast zeggen. Zo werd de volmaakte schepping van God door list en bedrog van satan bedorven. Al in de tweede generatie van de mensheid slaat de ene broeder de andere dood.
En toch…..
En toch is er Licht in de duisternis. Direct na deze vertrouwensbreuk door de mens geeft God perspectief. Satan heeft niet het laatste woord. Hij heeft het niet voor het zeggen! Al geeft de mens hem invloed en ruimte op aarde, hij is God niet! Gods verlangen was en is om met de mens te wandelen. Zijn plan was en is dat de mens, naar Zijn beeld, zal heersen over de aarde. Hij laat zich dat niet afnemen. Hij zegt tegen de slang(=satan): Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen (Genesis 3:15). Satan zál verslagen worden, zijn kop vermorzeld. Merk op dat hier al de maagdelijke geboorte van Jezus wordt aangekondigd. Er staat niets over het nageslacht van de mens of van Adam maar over het nageslacht van de vrouw! Daarom is satan erop uit om de mens te vernietigen, de dood in te leiden. Maar God zélf zal de relatie tussen de mens en Hem herstellen!
Ook in de tijd waarin Jesaja de bovenstaande woorden schrijft, leeft het volk van Juda in duisternis. Jesaja leefde in de tijd van de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia (Jesaja 1:1). In hoofdstuk 7 wordt Jesaja naar koning Achaz gestuurd om hem op te roepen op God te vertrouwen en zich niet bang te laten maken door de bedreigingen van de koningen en volken om hem heen. De HEERE zegt via Jesaja tegen hem dat hij maar om een teken van Hem moet vragen. Maar Achaz luistert niet en in 2 Kronieken 28 kunnen we lezen dat hij offert aan de goden van zijn vijanden en de tempel van de HEERE leeg haalt. Hij maakte voor zichzelf altaren, gegoten beelden voor de baäls en verbrandde zijn zonen in het vuur zoals ook de heidenvolken dat deden. Hij kiest niet voor God.
Tot groot verdriet van God vraagt Achaz niet om een teken. Daarom, zo staat er in Jesaja 7:14, zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. Immanuel, God met ons. De woorden die een engel van de Heere zo’n 700(!) jaar later aanhaalt als hij in een droom aan Jozef verschijnt. Nú, nu wordt deze profetie vervuld! Je vrouw Maria zal de langbeloofde Zoon baren die Zijn volk zal redden! (Matheus 1)
Door de mond van Jesaja spreekt God woorden van hoop. Er zal geen duisternis blijven, er zal licht komen! Uit de hele bijbelse geschiedenis spreekt het enorme verlangen van God dat de mens op Hem vertrouwt en bij Hem terugkeert, zodat hij weer Immanuel, God met ons kan zijn! Hij ziet de last die je draagt, de stok waarmee je geslagen wordt, de knuppel van de slavendrijver, de stampende laarzen en bloederige soldatenkleding (Jesaja 9:3-4). Wij verlangen naar licht in onze duisternis maar het Licht verlangt er nog veel meer naar om onze duisternis te verlichten. Dat is kerst vanuit Goddelijk perspectief. God heeft een eeuwigheid geduld gehad maar op de nacht van Jezus geboorte verwoordde een engel van de Heer het zo: Zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere. (Lukas 2:10)
Het is zover! Op Gods tijd is geboren de lang beloofde Zaligmaker, de Redder. Hij zal de relatie weer herstellen! Hij is de nieuwe Mens, naar Gods beeld en gelijkenis. Hij zal ons redden van ons zelf.
Hij is de Christus, dat is de Gezalfde. Ons woord Kerst komt van het woord Christus. In Jesaja 61 wordt Jezus als de Gezalfde met de Geest van God aangekondigd. De Gezalfde die zal komen om een blijde boodschap te brengen en het jaar van het welbehagen van de HEERE uit te roepen, om te troosten, een lofgewaad te brengen in plaats van een benauwde geest. Dat is goed nieuws!
Hij is Christus, de Heere! Het Griekse woord voor Heere is Kurios, dat betekent Hij aan wie een persoon of een ding toebehoort en waar Hij gezag over heeft. Aan Hem is alle macht gegeven! Geef jij satan ruimte op de aarde van jouw hart om te roven, te stelen en kapot te maken? Of geef jij je hart volledig aan Christus de Heere die is gekomen om blijdschap, herstel en troost te brengen?
Er is een nieuwe tijd aangebroken, de tijd van Immanuël, God met ons. Jezus heeft de last van de oude mens gedragen en door Zijn volbrachte werk mogen wij nu nieuwe mensen zijn. Eindelijk Kerst!
Dank je, Yvonne voor deze weer hartverwarmende woorden.
Het licht van de wereld is gekomen. Jezus leeft!
Groetjes,
Ronald
Amen broer!