Onreine gedachten
David pleegde overspel met Bathseba. Is er een verband tussen onreine gedachten en dit overspel? Of valt hier nog wel wat meer over te zeggen?
Ter inleiding lezen we eerst een gedeelte uit het Woord:
Psalm 51
1. Een psalm van David, voor de koorleider;
2. toen de profeet Nathan bij hem gekomen was, nadat hij bij Bathseba was gekomen.
3. Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid,
delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid.
4. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid,
reinig mij van mijn zonde.
5. Want ík ken mijn overtredingen,
mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen.
6. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd,
ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen,
zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt
en rein bent wanneer U oordeelt.
7. Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren,
in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.
8. Zie, U vindt vreugde in waarheid in het binnenste,
in het verborgene maakt U mij wijsheid bekend.
9. Ontzondig mij met hysop, dan zal ik rein zijn,
was mij, dan zal ik witter zijn dan sneeuw.
10. Doe mij vreugde en blijdschap horen;
laat de beenderen zich verheugen die U verbrijzeld hebt.
11. Verberg Uw aangezicht voor mijn zonden;
delg al mijn ongerechtigheden uit.
12. Schep mij een rein hart, o God,
en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.
13. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht
en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.
14. Geef mij de vreugde over Uw heil terug,
ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid.
15. Dan zal ik overtreders Uw wegen leren
en zondaars zullen zich tot U bekeren.
16. Red mij van bloedschulden, o God, God van mijn heil,
dan zal mijn tong vrolijk zingen van Uw gerechtigheid.
17. Heere, open mijn lippen;
dan zal mijn mond Uw lof verkondigen.
18. Want U vindt geen vreugde in offers, anders zou ik ze brengen;
in brandoffers schept U geen behagen.
19. De offers voor God zijn een gebroken geest;
een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.
20. Doe goed aan Sion, naar Uw welbehagen;
bouw de muren van Jeruzalem op.
21. Dan zult U vreugde vinden in offers van gerechtigheid,
in een brandoffer en een offer dat geheel verteerd wordt;
dan zal men jonge stieren offeren op Uw altaar.
Onreine gedachten. Misschien denk je dan al snel aan overspel, waar deze psalm over gaat. Ik denk dat het vooral gedachten zijn die God niet eren. Dat kan dus van alles zijn. Ken je bijvoorbeeld zo’n naar stemmetje van binnen dat je zomaar chagrijnig kan maken? Bij mij ging het eens zo: ‘ze zullen het bij een ander wel leuker hebben dan bij mij’. Langzaam gaat zo’n gedachte, dat klein begint als een puistje, etteren in je binnenste. Dat duurt misschien zo lang dat je zelfs denkt: ‘ik hoop dat ze een vreselijke dag hebben, dan vonden ze het bij mij tenminste leuk. Dan vonden ze míj leuk.’ Maar hoe belangrijk is het eigenlijk dat ‘ze’ jou leuk vinden? Je bent geliefd door je Vader, dat is wat telt. Je hebt het niet nodig om ‘leuk’ gevonden te worden. Zo kun je zomaar een mensen-behager worden in plaats van een God-behager. Het is niet zozeer dat God dat van mij nodig heeft maar mensen behagen schaadt mij en omdat Hij zoveel van mij houdt doet dat Hem verdriet. Vandaag wil ik je aanmoedigen om de Heilige Geest te vragen je binnenste te onderzoeken. (Vs 8, 13) En vervolgens dit soort kleine etterige gedachten die Hij naar boven brengt, te belijden aan je Vader en ze aan Hem te geven. Dat zijn de offers waar Hij blij van wordt. Het feit dat je afscheid wilt nemen van die gedachten die niet passen bij een Goddelijk leven. Van die gedachten waar, als je er niemand over vertelt, ook niemand iets van af weet. Dat was anders bij David in deze Psalm maar durf jij de Heilige Geest toe te laten in dit soort gedachten? Een verbrijzeld en een verslagen hart zal Hij niet verachten! (Vs 19). Sterker nog: Hij is allang voor jouw zonden, ook die etterige puistjes, gestorven. Maar wil jij ze ook kwijt? Wil jij een rein hart? (Vs 12) Jíj hebt de macht om afscheid te nemen van ‘onreine’ gedachten door ze aan Vader God te geven.